Naar boven ↑

Update

Nummer 4, 2015
Uitspraken van 31-07-2015 tot 03-08-2015
Redactie: mr. F.M.H. Hoens.

Rechtspraak

Graag wijzen wij u alvast op enkele van de negen nieuw toegevoegde uitspraken.

Natuurschoonwet en buitenlands landgoed
Kan een in het buitenland gelegen landgoed als NSW-landgoed kwalificeren, met alle faciliteiten voor de schenk- en erfbelasting van dien? In ERF 2015-0271 grijpt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State terug op een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het Hof oordeelde dat de beperking van de faciliteiten tot in Nederland gelegen landgoed niet in strijd is met Europees recht (vrij verkeer van kapitaal). De faciliteiten moeten echter wel beschikbaar zijn voor in het buitenland gelegen landgoed dat verband houdt met cultuurhistorisch erfgoed van Nederland. In de onderhavige casus is die uitzondering niet aan de orde volgens de Raad.

Vereffenaar mag van de kantonrechter boedelgeld uitlenen
In ERF 2015-0272 zit de vereffenaar met een dilemma. De kantonrechter schiet desgevraagd te hulp met een praktische aanwijzing. Om schulden van de nalatenschap te kunnen betalen, is het nodig dat erflaters woonark snel wordt verkocht. Erflaters zoon, die de ark bewoont, kan echter de vervangende woonruimte financieel niet opbrengen. Om een ongewisse, langdurige en kostbare ontruimingsprocedure te vermijden, vindt de kantonrechter het goed dat de vereffenaar de zoon geld uit de nalatenschap leent om de huur van de andere woning een jaar te kunnen betalen, mits de zoon de ark verlaat.

Opeisbaarheid vorderingen wettelijke verdeling en AWBZ
In ERF 2015-0273 staat de opeisbaarheid van de erfrechtelijke vorderingen van de kinderen op erflaters echtgenote centraal. Zijn deze in 2013 opeisbaar geworden door de invoering van de (verkapte) vermogenstoets in de AWBZ, gelet op het verblijf van de langstlevende in een AWBZ-instelling? Hof Arnhem-Leeuwarden legt erflaters testament van 2009 uit en concludeert in dit geval tot opeisbaarheid, ook al heeft erflater woordelijk slechts voorzien in de situatie dat zijn echtgenote voor haar ‘levensonderhoud’ (en niet voor zorg) beroep zou doen op een overheidsvoorziening.

Gemeenschap van goederen en ouderlijke boedelverdeling. Wie is aansprakelijk voor erflaters schuld?
Wie is aansprakelijk voor erflaters schuld bij samenloop van algehele gemeenschap van goederen, ouderlijke boedelverdeling en (aanvullende) in-de-legitiemestelling? In ERF 2015-0276 leest Rechtbank Midden-Nederland een onterving in de in-de-legitiemestelling, waardoor dit kind niet aansprakelijk is. Als zuiver aanvaard hebbende erfgenamen zijn de echtgenote en het andere kind naar rato van hun erfdeel aansprakelijk voor de helft van de schuld. Voor de andere helft van de schuld kan de echtgenote als zodanig worden aangesproken (artikel 1:102 oud BW (2011)).

Wettelijke verdeling. Wie is aansprakelijk voor postume terugvordering PGB?
De erfgenamen van een PGB-houder verweren zich in ERF 2015-0277 tegen een postuum terugvorderingsbesluit. Volgens hen had het besluit alleen gericht moeten zijn aan erflaters echtgenote, gelet op de wettelijke verdeling. Volgens Rechtbank Limburg is het besluit terecht gericht aan alle erven. Ook de kinderen zijn immers aansprakelijk voor de schulden van de nalatenschap. De vordering is terecht gericht aan iedereen die geraakt wordt in zijn vermogen, direct of indirect.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de erfrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar erf-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Redactie ERF Updates